Spel met woorden
Geplaatst: 04 nov 2015, 11:50
Gisteren kreeg ik de vraag of ik ‘kaarthoudster’ was. Wasda, dacht ik. Wat is het verschil tussen een kaarthouder (als mens dus) en een kaarthoudster? Een piemeltje? Hoe interessant is het om te weten of iemand die een kaart bezit over een piemeltje beschikt? Of juist niet?
De laatste tijd zie ik gaandeweg vaker hoe begrippen worden vervrouwelijkt. Duitsers maken het daarbij nogal bont, vind ik. Ik kan echt in een lachkramp schieten als iemand het weer eens heeft over de Bundeskanzlerin. Bondskanselier en bondskanselierin?
Weet je, er is heden ten dage weer wat rumoer rond het begrip kostwinner. Vroegah, toen alles beter was (not) was een van de twee mensen binnen het huwelijk kostwinner. De andere werd moeder of zo. Aanrechtbediende. Wasvrouw, en zo voort. Sloof ook wel.
Het was de goede oude tijd (not) waarin je als vrouw in het onderwijs mocht werken (juffrouw werd ze dan genoemd) tótdat ze ging trouwen. Dan werd ze helemaal volautomatisch ontslagen. Het was de tijd dat er verschil was tussen een directeur en een directrice. Die directeur was een meneer. Een deftige, vaak. Die mevrouw bestierde een weeshuis of zoiets. Geen mannenwerk dus. Toen niet.
Tegenwoordig werken mensen als ze daartoe in staat zijn. Ook als ze daartoe in staat worden gesteld. Dat wel. Sommigen komen slecht aan de bak, maar daar gaat het nu even niet over. Nu kan een directeur een meneer zijn of een mevrouw. Een politieagent kan zowel met als zonder piemeltje functioneren. Gelukkig hoor ik nooit agentin. Soms nog agente en dan vraag ik me af… Nou jah, je weet wel.
“Goede morgen, ik ben Ellie en ik ben vandaag jullie chauffeur. Als je iets van me wilt, spreek me dan aan als chauffeur of als Ellie. Als je chauffeuse of chauffeurin zegt reageer ik gewoon niet. Afgesproken?” Kijk, ik mag Ellie wel.
Vaak steek ik er de draak mee en gelukkig ben ik niet de enige. Als je jezelf elektricienne noemt kan ik een grijns van genoegen niet onderdrukken. Maak het gewoon koddig en niemand neemt het meer serieus.
Nu naar ons spel. Verzin vervrouwelijkingen (wat een woord…). Een toelichting mag uiteraard.
De laatste tijd zie ik gaandeweg vaker hoe begrippen worden vervrouwelijkt. Duitsers maken het daarbij nogal bont, vind ik. Ik kan echt in een lachkramp schieten als iemand het weer eens heeft over de Bundeskanzlerin. Bondskanselier en bondskanselierin?
Weet je, er is heden ten dage weer wat rumoer rond het begrip kostwinner. Vroegah, toen alles beter was (not) was een van de twee mensen binnen het huwelijk kostwinner. De andere werd moeder of zo. Aanrechtbediende. Wasvrouw, en zo voort. Sloof ook wel.
Het was de goede oude tijd (not) waarin je als vrouw in het onderwijs mocht werken (juffrouw werd ze dan genoemd) tótdat ze ging trouwen. Dan werd ze helemaal volautomatisch ontslagen. Het was de tijd dat er verschil was tussen een directeur en een directrice. Die directeur was een meneer. Een deftige, vaak. Die mevrouw bestierde een weeshuis of zoiets. Geen mannenwerk dus. Toen niet.
Tegenwoordig werken mensen als ze daartoe in staat zijn. Ook als ze daartoe in staat worden gesteld. Dat wel. Sommigen komen slecht aan de bak, maar daar gaat het nu even niet over. Nu kan een directeur een meneer zijn of een mevrouw. Een politieagent kan zowel met als zonder piemeltje functioneren. Gelukkig hoor ik nooit agentin. Soms nog agente en dan vraag ik me af… Nou jah, je weet wel.
“Goede morgen, ik ben Ellie en ik ben vandaag jullie chauffeur. Als je iets van me wilt, spreek me dan aan als chauffeur of als Ellie. Als je chauffeuse of chauffeurin zegt reageer ik gewoon niet. Afgesproken?” Kijk, ik mag Ellie wel.
Vaak steek ik er de draak mee en gelukkig ben ik niet de enige. Als je jezelf elektricienne noemt kan ik een grijns van genoegen niet onderdrukken. Maak het gewoon koddig en niemand neemt het meer serieus.
Nu naar ons spel. Verzin vervrouwelijkingen (wat een woord…). Een toelichting mag uiteraard.