Wat mijn eigen interne criticus aangaat: ik kan daar soms hele dialogen mee voeren... eigenlijk meer vraaggesprekken misschien. Een beetje zoals een klein kind vraag ik dan 'maar waarom dan?' en 'ja, maar waarom is of hoort dat dan zo?' Dat helpt mij om het kaf van het koren te scheiden. Soms heeft mijn interne criticus best wel zinnige dingen te zeggen. Als er bijvoorbeeld iets aan mijn gedrag is dat ik graag zou willen veranderen, of dat ik terecht wat zorgen heb of mijn handelingen wel helemaal kloppen. Maar als het wat doorschiet, of als het eigenlijk een erfenis van mijn moeder is die mijn interne criticus gewoon heeft overgenomen, of een onterechte onzekerheid is mijn interne criticus aan het voeden is, dan helpt zo'n dialoog mij meestal goed om het te ontmaskeren. Na het stellen van die kinderlijke vragen stel ik mijn interne criticus indien nodig gerust, of buitenspel, door te zeggen 'okay, ik snap hoe je dit ziet of bedoeld maar ik doe het toch lekker zo - omdat ik dat zo wil en ik degene ben die aan het stuur staat' of ook wel zoiets als 'ik snap het nu nog niet helemaal, maar het zal wel terugkomen en duidelijker worden als het belangrijk is. En anders gaat het wel weer voorbij. Ik laat het voor nu dus even hierbij en trek mijn plan wel'. Tegen die tijd lach ik mezelf met mijn rare dialoogjes meestal wat uit, wat lekker ontladend is, en ga ik verder met de orde van de dag.
Met externe criticussen, in de vorm van bijvoorbeeld een psycholoog ofzo, gaat dat helaas niet op die manier
