Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Nieuwsberichten
Gebruikersavatar
xxman
Berichten: 106
Lid geworden op: 03 apr 2022, 18:14
Gender: Man
Voornaamwoorden: hij/hem/zijn
Locatie: Gelderland

Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door xxman »

Vandaag een artikel in de Volkskrant over "kritiek op transgender zorg bij jongeren".

Ben zelf allerminst fan van het artikel. Het focust heel erg op "detransitioners" en zit vol met drogredenen. Het stelt impliciet dat het kwalijk is dat er elk jaar meer aanmeldeingen komen op de wachtlijst. Heeft iemand anders het ook al gelezen? Wat vonden jullie ervan?


https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/ ... r~v656797/
Gebruikersavatar
Marije
Berichten: 1630
Lid geworden op: 22 okt 2021, 21:10
Gender: Vrouw
Voornaamwoorden: Zij/Haar
Locatie: --

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Marije »

Het artikel is beveiligd, maar ik heb heel snel op CRTL+A en CTRL+C geklikt...


ANALYSE
De behandeling van transgender jongeren in Nederland werd geprezen. Nu groeit de kritiek op ‘the Dutch approach’

Tijd kopen met puberteitsremmers en dan op jonge leeftijd ingrijpen: met die benadering van transgender jongeren werd Nederland gidsland. Nu het aantal jongeren dat in transitie wil snel toeneemt, en spijtoptanten zich melden, neemt de kritiek toe. Is de ‘Dutch approach’ nog de manier?

Door Kaya Bouma en Ellen de Visser

Fotografie Wiosna van Bon

Illustraties Silvia Celiberti

24 februari 2023, 11:16
Als Iris zich voor de eerste keer meldt bij de genderpoli van het Amsterdam UMC, ziet de psychiater het meteen. ‘Lijkt depressief’, noteert ze boven aan het verslag van het intakegesprek. Het zijn de eerste twee woorden in het medisch dossier dat Iris jaren later over zichzelf zal opvragen, op zoek naar antwoorden.

Iris is 15 tijdens die eerste gesprekken op de genderpoli. Ze maakt een timide indruk, staat in haar medisch dossier. Kwetsbaar ook. Zelf omschrijft ze het zo: ‘Ik liet iedereen over me heen lopen.’ Haar naam is op haar verzoek veranderd, ze is er nog niet aan toe haar verhaal onder haar echte naam te delen.

Het idee dat ze misschien in het verkeerde lichaam is geboren, is een jaar eerder ontstaan. Na een zware rugoperatie is Iris thuis komen te zitten om te revalideren. Ze kan niet naar school, niet naar tennisles. Haar vrienden komen steeds minder vaak langs. Ze wordt somber, beschadigt zichzelf, heeft paniekaanvallen en suïcidale gedachten.


Online komt ze filmpjes tegen van trans mannen, jonge mannen die geboren zijn in een meisjeslichaam maar zich altijd anders hebben gevoeld. Herkenbaar, vindt Iris. Als kind is ze jarenlang gepest omdat ze jongensachtig is. Ze speelt graag voetbal, gaat alleen met jongens om en draagt het liefst jongenskleren. Misschien, denkt Iris, is zij ook transgender.

In het Amsterdam UMC wordt haar vermoeden bevestigd. Na zes gesprekken met een psycholoog volgt de diagnose. Ze heeft genderdysforie: een ‘sterk gevoel van onvrede’ met het geslacht waarmee ze geboren is. Ze krijgt hormonen. Als ze 16 is laat ze in haar paspoort haar geslacht aanpassen, daarna volgt een operatie. Voor de buitenwereld is ze man geworden.

Maar als Iris vier jaar later een Amsterdams café binnenloopt, leeft ze weer als vrouw. Ze is 22 jaar en studeert. Ze heeft haar laptop meegenomen en laat haar medisch dossier zien. Tot in detail vertelt ze over het traject dat ze heeft doorlopen en de spijt die ze uiteindelijk kreeg.

De ‘Dutch approach’ ging de wereld over
Net als bij abortus en euthanasie was Nederland jarenlang gidsland op het gebied van behandeling van transgender jongeren. De Dutch approach, die hier 25 jaar geleden stap voor stap werd ontwikkeld, ging de afgelopen decennia de (westerse) wereld over. Van Finland tot Colombia, van Canada tot het Verenigd Koninkrijk: overal werden klinieken geopend voor trans jongeren. Het onderzoek naar de eerste Nederlandse transgender jongeren vormde de basis van internationale richtlijnen.


De genderpolikliniek van het Amsterdam UMC was de eerste plek ter wereld die minderjarigen behandelde.

Eerst een paar jaar tijd kopen en daarna op jonge leeftijd ingrijpen: dat is de kern van die Nederlandse aanpak. Jongeren krijgen puberteitsremmers, op 15- à 16-jarige leeftijd gevolgd door hormonen van het andere geslacht en uiteindelijk – als ze 18 zijn en dat willen – een geslachtsaanpassende operatie. Dat alles gebeurt in samenspraak met de ouders en onder begeleiding van psychologen en psychiaters.

Door vroeg te beginnen wordt veel leed voorkomen, is de ervaring van Nederlandse behandelaars. Voor transgender jongeren is het vreselijk om de uiterlijke kenmerken te krijgen van het geslacht waar ze zoveel moeite mee hebben. Wie jong in transitie gaat, krijgt cosmetisch bovendien vaak een beter resultaat: puberteitsremmers voorkomen bijvoorbeeld dat de stem van een geboren jongen laag wordt, de schouders te breed. Dat kan veel uitmaken voor de maatschappelijke acceptatie en daarmee het levensgeluk.

Die ooit zo geprezen aanpak ligt nu onder vuur. Twee decennia lang vond de behandeling van trans jongeren plaats in de luwte, bij een kleine groep. Maar het aantal jongeren dat in transitie wil, is de afgelopen jaren in tal van westerse landen snel gestegen, ook in Nederland. Een verklaring voor die groei ontbreekt vooralsnog. Het gevolg is dat de wachtlijsten schrijnend lang zijn: Nederlandse jongeren moeten vaak jaren wachten op hulp.


De laatste jaren komen er voor het eerst ook verhalen naar buiten van ‘detransitioners’, jongeren die net als Iris spijt hebben van hun transitie en die terug willen draaien – voor zover mogelijk.

Wetenschappers wereldwijd maken zich zorgen over die spijtoptanten en de onverklaarde groei van het aantal transgender jongeren. Ze zijn zich gaan verdiepen in het bestaande onderzoek en vinden dat er voor de veiligheid en de effectiviteit van de behandeling te weinig bewijs is.

Het debat is oververhit. Critici van de Nederlandse aanpak worden beticht van transfobie, voorstanders krijgen te horen dat ze zich schuldig maken aan nazi-praktijken. Niet alleen de kritische opiniemakers en politici (vaak uit conservatief-christelijke hoek) die zich op het onderwerp hebben gestort slaan een hoge toon aan, ook wetenschappers vliegen elkaar in de haren.

De bezwaren van wetenschappers hebben ertoe geleid dat drie Europese landen, waaronder het progressieve Zweden, de zorg voor transgender jongeren hebben omgegooid – of daarmee bezig zijn.

Hoe kan het dat er in een paar jaar tijd zoveel kritiek is gekomen op de Nederlandse transgenderzorg? En hebben de critici een punt?

Pubers met een compleet ander profiel
Als de Finse psychiater Riittakerttu Kaltiala in 2011 van de overheid de opdracht krijgt om in haar kliniek ook transgender jongeren te gaan behandelen, verwacht ze een handvol aanmeldingen per jaar. Ze stelt zich in op de adolescenten die ze uit het Nederlandse onderzoek kent: stabiele jongeren die al vanaf hun kindertijd het rotsvaste idee hebben dat ze in het verkeerde lichaam zitten.

Maar een paar jaar nadat in de kliniek in het academisch ziekenhuis in Tampere de deuren zijn geopend, komen er opeens steeds meer pubers met een compleet ander profiel.

Het zijn vooral meisjes met een lange geschiedenis van forse psychiatrische problemen: ze zijn depressief, kampen met angststoornissen, soms beschadigen ze zichzelf, veel van hen hebben een vorm van autisme. En, opvallend: ze melden zich pas aan het einde van hun puberteit met genderproblematiek die pas kort daarvoor lijkt te zijn ontstaan.

Zijn die psychiatrische klachten het gevolg van stress over hun genderidentiteit? Kaltiala, hoogleraar adolescentenpsychiatrie, twijfelt en doet onderzoek. Conclusie: na de behandeling met hormonen en operaties functioneren ze niet beter en zijn hun problemen niet verminderd. ‘Toen begonnen we ons grote zorgen te maken’, vertelt Kaltiala via een videoverbinding vanuit Tampere.


Op verzoek van de twee genderklinieken in het land laat het Finse ministerie van Volksgezondheid al het bestaande onderzoek analyseren door experts uit een medische richtlijncommissie. In 2020 volgt de aanbeveling. Jongeren komen alleen nog voor een behandeling met hormonen in aanmerking als ze behoren tot de oorspronkelijke groep waarvoor die is ontwikkeld: hun genderproblemen moeten langdurig en consistent zijn en een grote lijdensdruk veroorzaken. Bijkomende psychiatrische problemen moeten eerst worden aangepakt, pas als de worsteling met hun identiteit ook daarna blijft bestaan, kan worden overwogen ze naar een genderkliniek te sturen.

In diezelfde periode besluiten ook de Zweedse regering en de Britse Nationale Gezondheidsdienst NHS tot een onafhankelijke analyse van al het bewijs over de voor- en nadelen van de behandeling, gealarmeerd door de forse toename van vooral oudere meisjes die van geslacht willen veranderen. Zo ziet de Zweedse overheid in tien jaar tijd een stijging van 1.500 procent van het aantal geboren meisjes dat bij genderklinieken aanklopt. In Groot-Brittannië is het aantal aanmeldingen in tien jaar tijd vertwintigvoudigd, naar vijfduizend vorig jaar.

In beide landen luidt de conclusie hetzelfde: er zijn nog onvoldoende aanwijzingen dat de medische behandeling veilig en effectief is. Het onderzoek dat er ligt kan bovendien op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, schrijft Hilary Cass, oud-voorzitter van de Britse vereniging van kinderartsen, in een interim-rapport over de genderzorg in haar land dat vorig jaar verscheen. Het risico bestaat volgens haar dat onderzoekers de data die ze verzameld hebben interpreteren vanuit hun eigen ideologische standpunt.


Net als in Finland komen Zweedse jongeren nu alleen nog bij uitzondering in aanmerking voor een medische behandeling. Ze moeten dan wel meewerken aan onderzoek naar de langetermijngevolgen. In Frankrijk hamert de landelijke artsenorganisatie inmiddels op ‘zeer grote terughoudendheid’.

In het Verenigd Koninkrijk is nog geen definitief besluit genomen, maar omdat de enige kliniek voor kinderen en adolescenten na een reeks schandalen moet sluiten en nieuwe klinieken op zich laten wachten, ligt de zorg daar nu voor veel transgender jongeren stil.

Transvisie, de belangenorganisatie van transgender mensen, noemt de kritiek die in het buitenland is opgelaaid vooral politiek georiënteerd. ‘Wij staan vol achter de expertise van de Nederlandse artsen en deskundigen’, aldus een woordvoerder. Dat buitenlandse klinieken de zorg voor transgender jongeren hebben teruggeschroefd noemt de woordvoerder ‘een extra domper’ voor jongeren. ‘Zij kunnen daardoor op latere leeftijd problemen krijgen omdat ze er niet uitzien als het geslacht waartoe ze willen behoren.’

‘Je bent voor of je bent tegen, er is geen ruimte meer voor nuance’
In de genderpolikliniek van het Amsterdam UMC zit de wachtkamer vol met jongeren en hun ouders. Toen het zorgteam hier ruim twintig jaar geleden neerstreek, telde de kliniek één gangetje met om de hoek een oude voetbaltafel. Nu passeert het bezoek tientallen spreek- en werkkamers. Op de balie van de receptie staan legopoppetjes in regenboogkleuren.



De genderpolikliniek van het Amsterdam UMC.

De Amsterdamse kliniek was de eerste plek ter wereld die minderjarigen behandelde. Tot 2012 meldden zich er hooguit enkele tientallen jongeren per jaar. Daarna is ook in Nederland de vraag naar genderzorg enorm gegroeid. Er zijn klinieken bijgekomen, toch stonden er vorig jaar 2.772 jongeren op de wachtlijst. In die cijfers zitten waarschijnlijk dubbeltellingen, een deel van de jongeren schrijft zich vermoedelijk op meerdere plekken in.

Kinderpsychiater Annelou de Vries werkt in Amsterdam al twintig jaar met transgender jongeren, honderden moet ze er hebben gezien en behandeld. Ze zag de polarisatie ontstaan en groeien, vertelt ze. ‘Je bent voor of je bent tegen, er is geen ruimte meer voor nuance.’

Samen met kinderendocrinoloog (hormoonspecialist) Sabine Hannema en teamhoofd en psycholoog Annelijn Wensing-Kruger gaat ze uitgebreid in op de kritiek uit binnen- en buitenland. Sinds drie jaar bestaat er zelfs een internationale vereniging van meer dan 120 artsen en onderzoekers, die al het wetenschappelijk onderzoek over genderbehandelingen bij jongeren tegen het licht houden en daarover in vakbladen publiceren. Hun conclusie laat zich het beste samenvatten in de woorden van medisch ethicus Jilles Smids van het Erasmus MC: ‘Het bewijs is zo dun, de potentiële schade zo groot, ik begrijp niet dat we deze behandeling in zoveel vertrouwen laten doen.’

Maar onder de Nederlandse aanpak ligt toch echt een stevig fundament, benadrukt De Vries: de eerste groep jongeren die vijftien tot twintig jaar geleden werden behandeld, groeiden op tot gelukkige jong volwassenen. ‘Zij functioneerden na de behandeling net zo goed, soms zelfs beter dan hun leeftijdsgenoten. Daarmee gaven ze een mooie boodschap af.’

‘Ik ben trots op wie ik ben geworden’
Mick (29) wil best nog een keer terugblikken op zijn jeugd. Hij zat in de laatste klas van de basisschool toen hij zich terugtrok en onbereikbaar werd voor zijn ouders. Op dat moment was hij al twee jaar bezig met de vraag wat er met hem aan de hand was. Midden in die moeilijke periode stuurde hij zijn moeder een mail: ‘Hoi mam, ik denk dat ik een jongen ben.’

Hij was 12 toen hij zich met zijn ouders meldde op de genderpoli, met de vaste overtuiging dat hij van geslacht wilde veranderen. ‘Ik heb het als puber een tijdlang echt moeilijk gehad. Mijn lichaam vervrouwelijkte, ik schaamde me voor mijn borsten en mijn menstruatie. Door de puberteitsremmers kreeg ik rust in mijn hoofd.’

De tolerantie in zijn omgeving was groot, hij kwam nauwelijks problemen tegen. Het enige wat de meiden uit zijn basketbalteam wilden weten was of hun sterspeler voortaan bij de jongens zou gaan spelen.


Mick behoort tot de eerste groep jongeren die volgens het Nederlandse protocol werden behandeld. De Volkskrant schreef vaak en uitgebreid over die pioniers, een aantal jongeren werd zelfs langere tijd gevolgd. Velen van hen beschreven hun transitie als ‘levensreddend’ en waren dankbaar dat Nederlandse behandelaars hun nek hadden uitgestoken. Zonder de behandeling, zonder de hormonen en de operaties, was hun leven een beproeving geworden, vertelden ze. Nee, ze werden uiteindelijk niet iemand anders, zei een van de jongeren, bijna filosofisch: ze werden wie ze altijd al waren geweest. Dat bracht levensgeluk.

Mick heeft, vijftien jaar later, het verleden zo ver achter zich gelaten dat hij geen behoefte meer heeft met zijn achternaam in de krant te staan. Het gaat hem goed, vertelt hij aan de telefoon, zowel fysiek als psychisch. ‘Ik ben trots op wie ik ben geworden. Het was af en toe zwaar, maar het heeft me ook veel gebracht. Ik heb mezelf goed leren kennen, het heeft me zelfverzekerd gemaakt.’

Zijn behandeling verliep niet foutloos, zegt hij. Hij had betere voorlichting willen hebben over de operatie aan zijn baarmoeder en eierstokken, hij beseft nu dat er alternatieven waren geweest en dat hij er levenslange gevolgen van zal ondervinden. Ook over het invriezen van eicellen had hij meer willen weten. Dan had hij alsnog kunnen kiezen voor een biologisch eigen kind. Toch zou hij nooit een andere keuze hebben gemaakt, zegt hij.

‘Veel jongeren die zich aanmelden, hebben forse andere problematiek’
Net als in het buitenland heeft de Amsterdamse genderkliniek de afgelopen jaren een flinke groep oudere adolescenten zien binnenkomen, vooral meisjes. Hoe dat komt is niet bekend, dat wordt nu uitgezocht. De behandelaars vermoeden dat het deels om een inhaalslag gaat en dat de grotere zichtbaarheid van transgender personen in de media een rol speelt. Illustratief: ook het aantal aanmeldingen op de genderpoli voor volwassenen is de afgelopen jaren fors toegenomen.



De genderpolikliniek van het Amsterdam UMC.

Uit nog niet gepubliceerd Amsterdams onderzoek blijkt dat in die groep oudere meisjes, net als in het buitenland, meer psychische problemen voorkomen, zegt De Vries. Op de genderpoli van het Radboud UMC, die drie jaar geleden vanwege de grote vraag werd geopend, is het beeld hetzelfde. ‘Veel van de jongeren die zich bij onze genderpoli aanmelden, zeker de helft, heeft forse andere problematiek. Problemen thuis, autisme, trauma’, aldus klinisch psycholoog Chris Verhaak vorig jaar in NRC.

Is de Dutch approach voor die groep nog wel de juiste aanpak? Ze verschillen immers flink van de oorspronkelijke groep die zich twintig jaar geleden op de genderpoli meldde: die jongeren waren psychisch stabiel, profiteerden van een stevige thuissituatie en hadden vanaf hun kindertijd een zeer sterke genderdysforie. De Vries probeert die vraag te beantwoorden, met een overheidssubsidie. In de tussentijd worden de oudere adolescenten wel gewoon behandeld, is dat niet risicovol?

‘Wetenschappelijk onderzoek loopt altijd achter op de praktijk’, reageert psycholoog Wensing-Kruger. In Amsterdam nemen behandelaren de nieuwste wetenschappelijke inzichten mee in hun behandeling. Andersom gaan onderzoekers aan de slag met vragen uit de praktijk. ‘We kunnen stoppen met behandelen omdat nog niet alles duidelijk is, maar de jongeren die hier komen, lijden onder hun genderverwarring. Zij hebben recht op zorgvuldige hulp.’

Recente cijfers laten zien dat de groep die zich op latere leeftijd meldt nu al minder vaak een medisch traject in gaat: bij de jongeren die na hun 15de binnenkomen gaat het om 73 procent tegenover 85 procent van de jongere groep.

‘Al mijn symptomen werden geduid als transgenderproblematiek’
Iris moet in therapie, vindt de psycholoog van het Amsterdam UMC met wie ze gesprekken voert. Ze is 15 jaar en heeft zich nog maar net gemeld bij de genderkliniek. Maar na twee afspraken bij een psycholoog buiten het ziekenhuis kapt ze de therapie af. ‘De psycholoog was erg sturend. Ze zei: we gaan verwerken dat jij geen meisje meer kunt zijn. Ik raakte daarvan in paniek. Ik had niet het gevoel dat ze naar me luisterde.’

Dat Iris haar therapie na twee gesprekken staakt, blijkt geen belemmering voor het vervolg van haar behandeling. Ze mag beginnen met puberteitsremmers, gevolgd door mannelijke hormonen.

Achteraf verbaast ze zich hoe makkelijk het ging. Het traject binnen de genderpoli werkt als een trechter, zegt Iris. ‘Alles leidt naar de diagnose genderdysforie. Ik had een trauma overgehouden aan mijn rugoperatie; ik had een depressie en angstklachten; ik voelde me niet fijn in mijn lichaam; ik was in de war over mijn seksualiteit; ik kon slecht praten met mijn ouders en ik had sociale angsten. Al die symptomen werden geduid als transgenderproblematiek.’


Volgens de richtlijnen moeten jongeren psychisch stabiel zijn om voor een behandeling in aanmerking te komen. Maar dat betekent niet dat ze helemaal geen mentale problemen mogen hebben, legt De Vries uit. Hun problemen mogen alleen niet de genderproblematiek en de besluitvorming beïnvloeden.

‘Het is een klus dat uit te zoeken’, beaamt Wensing-Kruger. ‘We moeten afgaan op wat de jongeren en hun ouders ons vertellen. We moeten ontwarren wat de genderdysforie is en wat de psychische klacht en of die los van elkaar staan. Dat proberen we zo goed mogelijk te doen door zorgvuldige diagnostiek, op basis van de wetenschap. Maar er bestaat altijd een kans dat het niet lukt.’

Waar de behandelaars vroeger bepalend waren, is de laatste jaren de nadruk steeds meer komen te liggen op zelfbeschikking. De term genderdysforie is vervangen door genderincongruentie: er is geen sprake meer van een psychische ziekte, maar van een diepgevoeld ‘weten’ dat lichaam en identiteit van elkaar afwijken. Jongeren krijgen een belangrijkere stem in hun behandeling. Of, zoals De Vries zegt: ‘Wij willen niet meer aan de poort staan om jongeren tegen te houden. Dan komen we nooit tot een eerlijk gesprek. En dat hebben we wel nodig om samen die spannende beslissing te nemen.’

De scherpste kritiek draait om puberteitsremmers
Eenmaal aan de puberteitsremmers voelt Iris zich nog slechter. Ze kan zich moeilijk concentreren, slaapt nauwelijks en wordt suïcidaal. Op de genderpoli vertelt ze daar niets over. ‘Als je denkt dat een transitie de oplossing is, houd je je mond.’ Als ze testosteron mag gaan gebruiken, gaat het al snel een stuk beter. Haar stem breekt. Ze krijgt de baard in de keel. ‘Dit was wat ik wilde, dacht ik. Ik wilde dat die veranderingen plaats zouden vinden en dat ik daarna weer een normaal leven zou kunnen leiden, zoals voor mijn rugoperatie.’

De scherpste kritiek op de Nederlandse aanpak draait om puberteitsremmers. De remmers onderdrukken de aanmaak van geslachtshormonen en geven de jongeren een adempauze, is de gedachte, zodat ze langer kunnen nadenken of ze echt van geslacht willen veranderen. Het effect is volledig omkeerbaar, klinkt het steevast, maar dat wordt door critici betwist. Geslachtshormonen hebben invloed op tal van lichamelijke processen. Kan die pauzeknop ongestraft worden ingedrukt?

Puberteitsremmers worden al heel lang voorgeschreven aan kinderen die extreem vroeg in de puberteit komen. Bij die groep wordt het gebruik als veilig genoeg beschouwd, maar als die kinderen stoppen komen ze alsnog gewoon in de puberteit. Gaat die veiligheid ook op voor trans jongeren die met de medicijnen hun normale puberteit, een cruciale ontwikkelingsfase, onderbreken? Daar is nog opmerkelijk weinig over bekend.

Alleen het effect op de botgroei is afdoende onderzocht en daaruit blijkt dat jongeren aan het gebruik van puberteitsremmers gemiddeld minder sterke botten overhouden dan leeftijdgenoten. Dat komt deels weer goed als ze geslachtshormonen gaan gebruiken, toch blijven ze vaak achterlopen op hun leeftijdgenoten.


Dat geldt ook voor Iris. Als zij op haar 22ste, na haar transitie, een botdichtheidscan laat maken omdat ze last heeft van haar gewrichten, krijgt ze slecht nieuws. De Z-score in haar heup is -2,5, wat duidt op botontkalking. Of dat, zoals Iris vermoedt, een gevolg is van de puberteitsremmers, valt niet te zeggen. Voordat ze met de remmers begon is er geen botdichtsheidscan gemaakt, blijkt uit haar medisch dossier. Terwijl dat wel in de internationale richtlijnen wordt aanbevolen.

Hoe het zit met andere langetermijngevolgen van puberteitsremmers is nog onduidelijk. ‘We zijn ons ervan bewust dat we nog niet alles weten’, zegt kinderendocrinoloog Hannema. Een belangrijk vraagteken is het effect van remmers op de ontwikkeling van de hersenen. Critici wijzen erop dat in de adolescentie het vermogen ontstaat tot zelfreflectie en kritisch denken. Als die ontwikkeling wordt afgeremd, wat betekent dat voor de keuzes die trans jongeren maken?

Nu pas komt (in het buitenland) onderzoek op gang naar het effect van langdurig gebruik van puberteitsremmers bij dieren. Zo geven de medicijnen onder meer depressieachtige klachten, blijkt uit een Amerikaanse studie, gepubliceerd in Nature.

‘De kritiek is best stevig’, zegt De Vries. ‘We weten dat de hersenen van adolescenten een belangrijke ontwikkeling doormaken en dat hun identiteit zich vormt, maar hoe dat precies gaat weten we niet goed, zeker niet als het gaat om genderidentiteit. We zien ook jongeren die diep ongelukkig zijn als de puberteit doorzet, waarna juist daardoor hun cognitieve en psychische ontwikkeling stokt. Dus we moeten elke keer een afweging maken en ons afvragen wat het beste is.’

De kritiek richt zich ook op de kwaliteit van het genderonderzoek. Studies kampen steevast met methodologische problemen, erkennen de Amsterdamse behandelaars, al is dat is volgens hen onvermijdelijk. Er is bijvoorbeeld vaak sprake van een behoorlijke uitval van deelnemers. Dat kan uitkomsten vertekenen, omdat onbekend is hoe het met de afhakers gaat.


De Vries werkt aan een onderzoek waarvoor de allereerste groep Amsterdamse trans jongeren vijftien tot twintig jaar lang is gevolgd. Van die groep reageerde de helft niet. ‘Inderdaad, dan weet je maar de helft’, zegt de kinderpsychiater. ‘Maar voor een langlopend klinisch onderzoek is het toch een goede score.’

Nog een manco: er is geen controlegroep, geen trans jongeren die de behandeling wel wilden maar niet kregen. Een vergelijking tussen die twee groepen zou de hoogste graad van bewijs opleveren. Nu blijft de vraag hangen: hoe weten we of de jongeren werkelijk beter functioneren door de medische behandeling en niet door de psychologische steun die ze al die tijd krijgen, of gewoon doordat ze ouder worden?

De Vries: ‘Dan hadden we van tevoren moeten loten welke jongeren wel en welke niet zouden worden behandeld. Maar wie geen hormonen en operatie krijgt, weet dat meteen, dus wat doet dat met hun functioneren en met de onderzoeksuitkomsten? Onze aanpak is de op een na beste: we volgen de groep zo goed mogelijk. Er zijn genoeg jongeren voor wie de behandeling een uitkomst biedt. Is het dan ethisch om te zeggen: jullie krijgen die niet, want we moeten nog wat dingen uitzoeken?’

Dat klopt niet, reageert medisch ethicus Smids: ‘Het is mogelijk om de genderdysfore jongeren die vanwege psychische problemen of een instabiele thuissituatie niet met de behandeling mogen beginnen als controlegroep te gebruiken. Dat levert waardevolle extra inzichten op.’

Onderzoek naar de explosieve stijging van aantal aanmeldingen
Waarom is het aantal aanmeldingen bij genderklinieken zo explosief gestegen? Jarenlang zagen de Amsterdamse behandelaars ongeveer evenveel jongens als meisjes. Nu zijn geboren meisjes in de meerderheid, een patroon dat ook bij volwassen transgender personen zichtbaar is. Hoe kan dat?

Een onderzoeksteam van het Nijmeegse Radboud UMC zoekt op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid naar een antwoord, binnenkort verschijnt het rapport. Een van hen, klinisch psycholoog Chris Verhaak, zegt een gesprek met de Volkskrant op het laatste moment af. ‘Het gaat om een gevoelig onderwerp’, mailt ze. Dit is ‘niet het juiste moment’ om daar nu uitspraken over te doen.

Verhaak, werkzaam bij het expertisecentrum voor geslacht en gender van het Radboudumc, sprak het afgelopen jaar in interviews haar twijfels uit over de bestaande zorg. Een deel van de jongeren die zich in het Radboud melden is volgens haar beter af met zorg buiten het medische circuit, zei ze vorig jaar bijvoorbeeld in televisieprogramma EenVandaag. Bij die groep is volgens Verhaak nog veel onduidelijk. ‘Wat is het effect van groepsdruk, van beelden in de media en van andere problemen die spelen, zoals bijvoorbeeld autisme of een traumatische gebeurtenis of problemen in het gezin?’

In Amsterdam delen ze die zorgen: ‘Een medische behandeling is niet voor alle jongeren geschikt’, zegt ook De Vries.


Voor de Finse arts Laura Takala, gespecialiseerd in de behandeling van transgender jongeren, begint het na jaren ervaring langzaam duidelijk te worden: er is een groep ontstaan voor wie genderidentiteit niet zozeer een biologisch probleem is, maar vooral een maatschappelijke kwestie.

Takala was vier jaar lang hoofd van de genderkliniek voor adolescenten in het academisch ziekenhuis in Helsinki. Nu adviseert ze huisartsen over de behandeling van transgender jongeren. In de vele nieuwe aanmeldingen zag ze de afgelopen jaren gaandeweg een patroon: bijna allemaal oudere meisjes met specifieke problemen: gepest, ouders gescheiden, geïsoleerd, depressief, zichzelf beschadigend.

‘Ze willen een quick fix voor hun problemen, alleen die problemen hebben niets met hun genderidentiteit te maken. Ik denk dat veel jongeren kampen met gevoelens van eenzaamheid en leegte. Het kost ons veel tijd ze te laten zien dat we aan hun kant staan. Ze hebben hulp nodig, maar op een andere manier.’

‘Ik had al langer het idee dat ik niet wilde leven als transgender’
Iris heeft al toestemming gegeven om haar baarmoeder en eierstokken te laten verwijderen als ze begint te twijfelen. Ze is 17. Haar kaaklijn is breder geworden door de testosteron. Maar ’s nachts ligt ze wakker van die operatie. ‘Ik realiseerde me dat het een enorme ingreep zou zijn. Het zou betekenen dat ik nooit zelf kinderen zou kunnen krijgen, dat ik de rest van mijn leven hormonen zou moeten gebruiken omdat mijn lichaam die dan niet meer aanmaakt. Dat ik altijd patiënt zou blijven.’

Ze besluit alleen haar borsten te laten verwijderen. Uiteindelijk leeft ze vijf ongelukkige jaren als trans man – ‘Ik voelde me niet thuis bij de mannen en niet bij de vrouwen’. Ondertussen groeien de twijfels: heeft ze hier goed aan gedaan? Op YouTube ziet ze het verhaal van een detransitioner, een jonge vrouw die spijt kreeg van haar transitie en in ‘detransitie’ ging om weer vrouw te worden. ‘Ik had al langer het idee dat ik niet wilde leven als transgender, maar ik twijfelde: ik had toch een officiële diagnose?’


Na lang twijfelen besluit Iris het er in de zomer van 2022 op te wagen. Ze stopt met het gebruik van testosteron. Ze vindt het doodeng. Zal ze opnieuw suïcidaal worden, net als toen ze puberteitsremmers gebruikte?

Maar in de maanden daarna voelt ze hoe haar lichaam de draad weer oppakt. Haar menstruatie komt op gang. ‘Ik werd rustiger, mijn spieren werden soepeler, mijn concentratie verbeterde en ik kon mijn emoties weer voelen.’

Nu voelt ze zich net als vroeger, een jongensachtig meisje ‘of een mannelijke vrouw’. Ze houdt er nog steeds niet van om aan bepaalde verwachtingen te moeten voldoen omdat ze vrouw is. ‘Als puber zag ik meisjes en vrouwen om me heen en dacht: zo ben ik niet, zo kán ik niet zijn. Als twintiger weet ik dat dat niet hoeft.’

Ze is lesbisch, daar is ze inmiddels over uit. Dat dat óók een mogelijkheid was, had ze graag willen horen in de genderkliniek, toen ze 15 was en twijfelde over wie ze was. ‘Ik had graag willen weten dat het ook oké is om een jongensachtig meisje te zijn, en dat lesbisch zijn niet betekent dat je geen vrouw kunt zijn.’


De Amsterdamse behandelaars mogen geen informatie geven over hun patiënten, maar, zeggen ze: ‘We hechten grote waarde aan een omgeving waarin transgender personen het vertrouwen en de ruimte voelen om alles te bespreken wat nodig is. Het is spijtig als dat niet het geval is geweest.’

Het team zegt zich te realiseren dat een medische transitie ingrijpende en levenslange gevolgen heeft. ‘Daarom bieden we zorg waarbij we met transgender personen en hun omgeving nagaan wat zij nodig hebben om op het gebied van gender zichzelf te zijn.’ Alles wat minder ingrijpend is om ze een gelukkiger gevoel te geven, zegt De Vries, ‘zal worden aangeraden of geprobeerd’.

Hoe langer Iris erover nadenkt, hoe meer wetenschappelijke literatuur ze over het onderwerp leest, hoe bozer ze wordt. ‘Dit is een serieuze medische behandeling. Pubers kunnen hooguit overzien wat er de komende week gaat gebeuren, maar zeker niet wat de implicaties zijn van hun beslissingen over tien of twintig jaar.’

Het is precies waar psychiater Kaltiala, de belangrijkste Finse expert op het gebied van genderzorg, zich zorgen over maakt. ‘Pubers zijn vaak stellig, maar wij weten dat hun extreem sterke overtuigingen in de loop der tijd veranderen.’ Het grote risico is volgens haar dat de genderidentiteit van adolescenten nog niet vastomlijnd is en dat de behandelaar die cruciale informatie mist.

Iris is niet de enige spijtoptant die zich na de behandeling bij de genderpoli in Amsterdam heeft gemeld. Hoe groot de groep is, is onduidelijk, zegt De Vries: ‘Vooralsnog zien we kleine aantallen. Maar we kennen zeker mensen die heel verdrietig zijn en gepijnigd terugkijken. Soms zeggen ze: jullie hadden je werk beter moeten doen, maar niet altijd.’


Schaamte overheerst, merkt ze, en dat kan detransitioners ervan weerhouden hulp te zoeken. Van de mensen die zich ondanks die schaamte bij hen melden, leren ze belangrijke lessen, zegt Wensing-Kruger: ‘Hadden we de dingen anders moeten doen? Hoe kunnen we jongeren meer vertrouwen geven zodat ze echt delen wat er in ze omgaat?’

Volgens critici is de belangrijkste les die van detransitioners te leren valt een andere, namelijk dat een medische behandeling voor jongeren serieuze risico’s met zich meebrengt. Dat er jongeren rondlopen met spijt, ook al is nog onbekend hoeveel het er zijn, woog voor de Zweedse Nationale Raad voor de Volksgezondheid zwaar mee in het advies om de zorg voor transgender jongeren in te perken. Het betekent dat de behandeling kan leiden tot ‘een verslechtering van de gezondheid en de kwaliteit van leven’, aldus het overheidsorgaan.

In de Amsterdamse genderkliniek kiezen de behandelaars ervoor behoedzaam door te gaan op de ingeslagen weg. ‘We beweren niet dat onze aanpak voor iedereen het beste is’, zegt Wensing-Kruger. ‘We voeren lange gesprekken, overleggen met het team, en we bekijken per keer wat iemand nodig heeft om zichzelf te kunnen zijn.’

De kritiek op hun werkwijze mag hard zijn, ook kritische landen als Zweden en Finland hebben puberteitsremmers en hormonen voor trans jongeren niet volledig uitgebannen, benadrukt Hannema. ‘Overal wordt de zorg voor deze groep gekoppeld aan extra onderzoek. Ook wij zullen kritisch naar onszelf blijven kijken.’


Zo leiden dezelfde feiten over dezelfde jongeren tot tegengestelde reacties. Dat er nog zoveel onduidelijk is over de veiligheid en over het effect van de behandeling is in sommige landen reden om te pleiten voor grote terughoudendheid. Terwijl in Nederland die onduidelijkheid wordt gezien als een stevig maar aanvaardbaar risico, omdat anders een te grote groep transgender jongeren in de kou blijft staan.

‘Ik heb jongeren vaak zo opgelucht en blij mijn spreekkamer uit zien lopen’, zegt De Vries. ‘Als we vanwege de kritiek met alles zouden moeten stoppen, zou dat voor een groot deel van de groep zeer problematische gevolgen hebben. Dan zou voor mij onbegrijpelijk zijn.’

Het is ruim een half jaar geleden dat Iris stopte met het gebruik van hormonen. Ze is er kapot van dat haar borsten weg zijn, vertelt ze, maar ze doet haar best dat te accepteren. Ze is op de genderpoli van het Amsterdam UMC in gesprek over wat er is misgegaan. Die gesprekken hebben haar tot nu toe weinig opgeleverd, zegt ze.

Iris is nu 22 en aan een nieuwe studie begonnen waar ze plezier in heeft. Ze is een stuk zelfverzekerder dan toen ze 15 was. Ze weet wie ze is. ‘Ik heb geen hekel meer aan mezelf.’

Lees ook

Hoe ga je als school om met schuivende gendernormen? ‘We’re gonna start a riot’

Valentijn Hoogenkamp: ‘Ik heb mezelf op een verdrietige en zware manier gevonden’
:hbeat: vrouw :hbeat: mama :hbeat: dochter :hbeat: zus :hbeat: gelukkig :hbeat:
Gebruikersavatar
Marije
Berichten: 1630
Lid geworden op: 22 okt 2021, 21:10
Gender: Vrouw
Voornaamwoorden: Zij/Haar
Locatie: --

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Marije »

Ik heb het artikel gelezen en het is heel uitgebreid en naar mijn mening goed opgezet. Als ouder van 4 puberkinderen heb ik meerdere keren tegen ze gezegd dat ik niet jaloers op ze ben dat ze moeten opgroeien in een tijd met YouTube en TikTok en een veel te grote hoeveelheid informatie die op ze afkomt samen met een soort beeld van hoe je eruit moet zien en hoe je leven vol met leuke dingen moet zitten. Ik kan me voorstellen dat een gedeelte daarvan in de war raakt. Deze problemen waren er vroeger gewoon niet... toen moest je echt zelf bedenken dat je trans bent, zonder YouTube en TikTok.

Het zal wel opgelost worden, hopelijk zonder teveel slachtoffers aan de trans en niet-trans kant.
:hbeat: vrouw :hbeat: mama :hbeat: dochter :hbeat: zus :hbeat: gelukkig :hbeat:
Gebruikersavatar
xxman
Berichten: 106
Lid geworden op: 03 apr 2022, 18:14
Gender: Man
Voornaamwoorden: hij/hem/zijn
Locatie: Gelderland

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door xxman »

Marije schreef: 25 feb 2023, 15:54 Ik heb het artikel gelezen en het is heel uitgebreid en naar mijn mening goed opgezet. Als ouder van 4 puberkinderen heb ik meerdere keren tegen ze gezegd dat ik niet jaloers op ze ben dat ze moeten opgroeien in een tijd met YouTube en TikTok en een veel te grote hoeveelheid informatie die op ze afkomt samen met een soort beeld van hoe je eruit moet zien en hoe je leven vol met leuke dingen moet zitten. Ik kan me voorstellen dat een gedeelte daarvan in de war raakt. Deze problemen waren er vroeger gewoon niet... toen moest je echt zelf bedenken dat je trans bent, zonder YouTube en TikTok.

Het zal wel opgelost worden, hopelijk zonder teveel slachtoffers aan de trans en niet-trans kant.
Bedabkt voor het kopieëren van het artikel!

Zelf ben ik erg blij met vooral Youtube, daar heb ik geleerd over trans mensen en een soort van online community. In het echt kende ik weinig trans mensen, ook niet vanuit school bijvoorbeeld.

Als je naar de cijfers kijkt is het ook slecht 1-2% die echt in detransitie gaat, daarom vind ik het altijd storend wanneer hier zo erg de focus op ligt in artikelen, zonder het in context te plaatsen.
Gebruikersavatar
Irene_de_Vreede
Moderator
Berichten: 3879
Lid geworden op: 23 mei 2012, 22:26
Gender: Transgender
Voornaamwoorden: Zij/haar
Locatie: Breda

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Irene_de_Vreede »

In het NRC van gisteren stond ook een artikel van gelijke strekking, al lag daar vooral de nadruk op Engeland waar ze ook de Dutch approach gebruikten, maar dat zeer onzorvuldig deden, waardoor de betreffende kliniek gesloten wordt.
Irene
Gebruikersavatar
Jeste
Berichten: 1315
Lid geworden op: 06 apr 2012, 03:38
Gender: Non-binair
Voornaamwoorden: Jeste
Locatie: Amsterdam

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Jeste »

Aanvullend hierop nog iets. Kort geleden was dit op NPO Radio 1: Puberteitsremmers kunnen mogelijk het brein schaden.
Echt weer een gevolg van de breed gedragen behoefte om risico's uit te bannen. En dat terwijl het niet geven van puberteitsremmers juist gevaarlijk kan zijn voor een gezonde hersenontwikkeling.

Het fragment staat hier: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/de- ... in-schaden
"Gendervrij" vind ik eigenlijk mooier dan "Non-binair", want "Gendervrij" zegt namelijk wat het wel is, in plaats van niet.
Gebruikersavatar
Fran
Berichten: 356
Lid geworden op: 11 mei 2014, 17:13
Gender: Trans FtM
Locatie: Amersfoort

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Fran »

Marije schreef: 25 feb 2023, 15:36 Het artikel is beveiligd, maar ik heb heel snel op CRTL+A en CTRL+C geklikt...

...
Wat een handige tip.
En bedankt voor het delen van het artikel!
- Vanaf 4 mei Androgel
- Half juli Nebido, alleen door apotheekfout Sustanon meegekregen
- Sinds eind oktober wél aan Nebido
Gebruikersavatar
Jeste
Berichten: 1315
Lid geworden op: 06 apr 2012, 03:38
Gender: Non-binair
Voornaamwoorden: Jeste
Locatie: Amsterdam

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Jeste »

Nog iets dat hierop aansluit.
Wederom op de radio: "Transgenderisme en de ethische kwesties daaromtrent".
Een zorgelijke ontwikkeling dat dit zo vaak aan bod komt. Luister hier: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/dr- ... aaromtrent

Wanneer dit soort onderwerpen aan bod komen lijkt het er vaak op dat men andere mensen tegen zichzelf wil beschermen. Laat die mensen toch, denk ik dan. (jonge) Mensen zijn verrassend goed in staat om weldoordacht beslissingen te kunnen nemen. Wellicht gaat het eens een keer fout, maar we kunnen best wel wat risico aanvaarden. Per saldo zal dat positiever uitpakken.
"Gendervrij" vind ik eigenlijk mooier dan "Non-binair", want "Gendervrij" zegt namelijk wat het wel is, in plaats van niet.
Gebruikersavatar
Dawn
Berichten: 605
Lid geworden op: 15 apr 2023, 12:49
Gender: Vrouw
Voornaamwoorden: Zij/haar
Locatie: Noord-Holland

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Dawn »

Eigenlijk is dit proces altijd maatwerk en daarmee zou de veiligheid goed geborgd moeten zijn.

Zie ook dit artikel waarbij dezelfde dame betrokken is:
https://www.amsterdamumc.org/nl/vandaag ... zorg-1.htm
Gebruikersavatar
Annabel
Berichten: 483
Lid geworden op: 08 dec 2020, 23:52
Gender: Vrouw
Voornaamwoorden: zij/haar
Locatie: Den Haag

Re: Artikel Volkskrant transgender jongeren zorg

Bericht door Annabel »

Het is allemaal net wat genuanceerder (as usual) natuurlijk.

Beter is om dan haar proefschrift te lezen Ethical dilemmas & decision-making in the healthcare for transgender minors

Ze was ook op een lezing in Leiden: Bending "Gender". Hier staat ook een stream van haar presentatie die je terug kan kijken.